Horloge. Wekker. Microfoon.

Hij komt al zo’n 20 jaar bij ons op vakantie. Elk jaar wordt hij door ons opgehaald in het zuiden van het land. Hop hop, in het busje naar Akkrum. De vakantie kan beginnen.
 
Onderweg moet hij minstens zes keer plassen. Stoppen bij een tankstation, plassen, een flesje cola uit een schap pakken, de deur uit lopen zonder te betalen. Onze chauffeur betaalt de cola. Door naar het volgende tankstation. Plassen, blijf van die cola af, en weer door.
 
Het eerste jaar sprong hij vanuit het busje in mijn armen. En aangezien hij niet de slankste is, liep ik bijna een hernia op. Hier leer je van. Vanaf dat moment zeggen we iedereen op minstens twee meter afstand van de deur van het busje te blijven staan als hij aankomt.
 
Hij heeft een aantal zinnen die hij regelmatig herhaalt. Het liefste op vol volume. Zalig Pasen! Hé kale! Horloge kopen! IJsje halen! Sinterklaas! Vooral dat “Hé kale” doet het goed bij Arnold. Die roept gewoon “Hé dikke” terug. En daar kan hij dan weer om lachen.
 
Zijn alarmtoeter staat ook vaak aan. Gewoon de letter A heel lang en hard roepen. Dwars door iedereen heen. Ondertussen zijn we zo ver dat er maar 1 handbeweging voor nodig is om hem te stoppen. Iets met je hand over je keel halen en het is weer stil.
 
Onbekende mensen (vooral vrouwen) moeten geknuffeld en gekust worden. Het liefste nietsvermoedende voorbijgangers op straat. We proberen het te voorkomen, maar ja, dat lukt niet altijd. En het is ook wel weer lief en grappig. Even sorry zeggen werkt prima. Vooral omdat men wel ziet dat hij Down heeft. En er zo leuk bij kijkt.
 
Als we gaan winkelen koopt hij elk jaar hetzelfde. Een horloge. Een wekker. En een microfoon. Als hij deze drie dingen gekocht heeft is hij zó enorm gelukkig. Een blijer hoofd kun je je niet voorstellen. Daar worden wij allemaal ook gelukkig van.
We hebben ondertussen wel wat geleerd. Hij sloopt alles en moet dan ontzettend huilen, dus nu laten we de aankopen in de verpakking zitten. Zo kan hij er mooi de hele week naar kijken en gaat alles functionerend mee naar huis.
 
Als er een keer iets niet mag kan hij flink boos worden. En vervolgens de deur heel hard achter zich dicht gooien. Is nu nog te zien aan de scharnieren van onze huiskamerdeur. Een dranger erop deed wonderen. Dat gooit toch niet zo lekker.
 
Als hij weer naar huis moet op de laatste dag van de vakantie is hij intens verdrietig. Hij huilt zó hard dat de buren twee kilometer verderop het kunnen horen. Maar zo gauw hij in het busje zit is het over. Want hij gaat weer met onze leuke chauffeur op stap. Tankstation, plassen, cola, betalen…
 
Een paar weken geleden werd ik gebeld door zijn begeleiding. Blijkbaar mag hij met een andere vakantieorganisatie niet meer mee op vakantie. Omdat ze hem niet kunnen hanteren. De vraag was hoe hij het bij ons doet en of hij bij ons nog wel op vakantie mag komen.
 
Ik weet zeker dat onze vrijwilligers zouden protesteren als we hem niet meer op vakantie laten komen. En voor onszelf zou het ook lang niet zo leuk zijn zonder hem. Want wij zijn fan. Wij snappen hem en hij snapt ons.
Dus ja. Bij ons is hij heel erg welkom. Inclusief alarmtoeter, deurdranger en 100 keer plassen per dag. Want dat blije hoofd bij het horloge, de wekker en de microfoon maakt alles goed…